Nederlandse beleggers hebben extreem veel zelfvertrouwen en hebben maar weinig advies nodig. Tegelijk blijkt uit het feitelijke gedrag van beleggers dat ze meer zijn gaan sparen.
Dat blijkt uit een groot, wereldwijd onderzoek onder beleggers van de vermogensbeheerder Schroders.
Nederlandse beleggers schatten hun eigen kennis vrij hoog in, blijkt uit de vraag of beleggers hun kennis graag zouden willen verdiepen.
Bijna 30 procent van de Nederlandse beleggers geeft aan dat het voor hen niet nodig is om de kennis te verdiepen. In andere landen bleef dit percentage vaak onder de 10 procent en zelfs in landen met veel zelfstandige beleggers zoals Duitsland en Zweden denkt maar ongeveer 16 à 21 procent niet meer kennis nodig te hebben.
Lees meer over wat beleggers zeggen over de behoefte aan advies op finanzen.nl.
Belegger wacht af en spaart
Het vertrouwen van beleggers is wel afgenomen. De Schroders Beleggersoptimisme Indicator staat op 13 procent, ten opzichte van 27 procent vorig jaar. Deze indicator meet de verhouding tussen beleggers die meer en minder vertrouwen hebben.
Het gebrek aan vertrouwen blijkt ook uit het feit dat beleggers, ondanks de lage rentes, steeds meer spaargeld aanhouden in hun beleggingsportefeuille en steeds meer kiezen voor ontwikkelde markten zoals West-Europa en de Verenigde Staten.
In Nederland zette afgelopen jaar nog 73 procent van de beleggers een deel van z'n geld op een spaarrekening, inmiddels is dat 78 procent. Spaargeld maakt gemiddeld zelfs 33 procent van beleggingsportefeuilles uit, gevolgd door beleggingsfondsen (31 procent).